Oververhitte varkens op transport – en het slappe hitteprotocol
Wat was het heet op 24 juni. En het veetransport ging onverminderd door. Met temperaturen van 32 graden (en wellicht later die middag nog hoger) stonden de met varkens volgepropte wagens lange tijd te wachten voor het slachthuis van Vion in Boxtel.
In de volle zon. Met voor de vorm wat ventilatoren, want hé, wij hebben in Nederland toch een heus hitteprotocol. Ventilatoren dus. Maar… slechts aan één kant. Terwijl de wagens soms drie rijen dik stonden. Zoals je hieronder ziet staan er zes veewagens, terwijl er voor slechts twee plek langs de ventilatoren is. En met alleen een afgedekt asfalt red je het echt niet. Tot zover de verkoelingsmaatregelen.
Een enkele wagen stond tijdelijk in de omgeving onder de bomen geparkeerd. In twee van die wagens heb ik kunnen filmen (video hieronder ?). Mijn god, wat een ellende. Opeengepakte hijgende dieren, schuimbekkend, snakkend naar verkoeling. Als dit in de schaduw is, hoe is het dan wel niet in de volle zon met de dieren gesteld? Ook deze wagens sloten uiteindelijk aan in de rij voor het slachthuis, alwaar ze nog eens 30-45 minuten in de brandende zon moesten wachten.
Lees verder onder de video.
En Vion, Vion is trots hoe zij het doen. Want toen het de volgende dag nog heter was (37 graden) en ik samen met twee mede-activisten nogmaals poolshoogte ging nemen, kwam de kwaliteitsdirecteur spontaan met ons bij het hek praten en vergeleek hij vol trots hun beleid met dat van andere landen. Alsof dat de graadmeter (what’s in a name!) is.
Ik zie dieren in het hier en nu lijden. Punt. Als het om een hond in een auto ging, was het hele land in rep en roer. “Schandelijk!” roepen we dan. Maar varkens, die niet kunnen zweten, worden willens en wetens opgesloten. En dan is de sector trots op hun hitteprotocol, dat kant noch wal raakt. Met zelfverzonnen regels over temperaturen, waar je altijd aan voldoet.
De slager die zijn eigen vlees keurt – letterlijk
“De uiterste temperatuur van 35 graden Celsius wordt door alle betrokkenen gezien als te extreem om op diervriendelijke manier transport te kunnen realiseren” staat er in het hitteprotocol te lezen. A) dat is al veel te hoog aangezien de dieren al bij veel lagere temperaturen ernstig te lijden hebben onder de hitte en B) de temperatuurmeting is nogal, laten we zeggen, natte-vinger-werk.
Want, de methode voor het vaststellen is niet simpelweg een thermometer vasthouden op de plek waar je wilt weten hoe warm het is. Dat zou het meest logisch zijn toch? Nee, er wordt gebruik gemaakt van de KNMI-app. Dat klinkt professioneel, maar daar houdt het dan ook bij op. Belangrijk om te weten is namelijk dat volgens de site van het KNMI op meteorologische stations “de temperatuur van de lucht gemeten wordt op een hoogte van anderhalve meter boven een open grasvlakte”.
De thermometer of de sensor staat in een wit kastje met wanden die de vorm hebben van een open jaloezie. Daardoor heeft de wind vrij spel, maar zon en neerslag kunnen niet tot de instrumenten doordringen.
Een open grasvlakte dus. Daar is het per definitie minder warm dan boven asfalt en tussen gebouwen, dat weet iedereen. Ook het KNMI benoemt dat: “In een stedelijke omgeving kan de temperatuur afwijken, vooral door de bebouwing en bestrating. Het is daar in de regel warmer dan op het platteland.”
Om te bepalen of het 35 graden is, wordt dus gekeken hoe warm het ergens boven een grasveldje elders in de gemeente is. Niet ter plaatse, terwijl we dus wéten dat het daar warmer is. Tel daarbij op de warmte van de motor en de grote hoeveelheid opeengepakte dieren en je kunt op je vingers natellen dat de temperatuur in de veewagen vele malen hoger is dan wat de KNMI-app aangeeft.
En dan, de bepaling telt ook nog eens alleen op het moment van vertrek. Dus is het 33 graden bij vertrek en loopt dit gedurende het transport op tot >35 graden, dan vindt het vervoer gewoon doorgang. Het vertrek is vrijwel altijd in de ochtend en in Nederland zal het op dat tijdstip zelden tot nooit 35 graden zijn. Daarmee is deze richtlijn dus een wassen neus, want je voldoet er op deze manier altijd aan, ook al zou het onderweg of wachtend bij het slachthuis in de veewagen zelf tegen de 40 graden zijn.
De sector heeft deze richtlijnen overigens zelf bepaald en heeft er dus alle baat bij deze zo ruim mogelijk te maken. En bovendien zijn het maar onderlinge afspraken, het is geen wet. Dus illegaal is het niet eens om boven de 35 graden te vervoeren. Zoals de pluimveesector doet, omdat die simpelweg weigert mee te werken. Zo doen wij dat in Nederland. Dus.
Algebra
Terug naar de kwaliteitsdirecteur. Op mijn vraag “Hoe komt het dat er maar aan één kant ventilatoren staan, alleen rechts?” antwoordde hij: “We proberen links zoveel mogelijk dichte vrachtwagens te zetten. Aan deze kant [wijst naar rechts] kunnen we het beste de ventilatoren plaatsen en aan die kant [wijst naar links] gaat het niet goed, dan komen de vrachtwagens ertegenaan.” Blijkbaar is het een onmogelijke wiskundige opgave om wat ruimte te reserveren op dit enorme parkeerterrein.
Zo ontloop je dus simpelweg de richtlijnen die je zelf met je sector hebt opgesteld.
Daarbij staat in datzelfde protocol dat de wachttijd beperkt moet worden. Volgens de kwaliteitsdirecteur was deze momenteel 40 minuten, maar van een chauffeur hoorden we een dag eerder dat een uur geen uitzondering is. Ook weer een vage, niet concrete regel: ‘beperken’ is nogal een vrij begrip.
Vervolgens liet ik zien dat de kwikthermometer die ik had meegebracht inmiddels in de zon de 37 graden aantikte. Dat wuifde hij weg met “Op de app die wij hiervoor gebruiken is het minder warm” en o ja, mijn thermometer was natuurlijk niet geijkt, dus daar wilde hij niets van weten. Bij mijn weten is kwik toch nog altijd de natuurkundige manier van temperatuurmeting én we staan nota bene op de locatie waar de temperatuur vastgesteld zou moeten worden en niet die van ergens boven een grasveldje. Maar nee, het kwik werd glashard ontkend.
Ook de belading dient volgens het protocol lager te zijn. Volgens de chauffeur was er welgeteld één varken per compartiment minder ingeladen. Tjonge, dat zal een royaal verschil maken. In plaats van 15 dieren, maar 14 op die paar vierkante meter gepropt. Hoera!
NVWA (Niet Veel Waarde Aan-hechten)
Tot slot nog even een boekje open over de NVWA. Want tijdens het filmen overwoog ik de NVWA te bellen vanwege de ernstig uitgeputte dieren. Bij terugkomst aan het hek van Vion troffen wij twee NVWA-medewerkers. Wat fijn! Dachten we…
Maar zij reageerden vijandig op onze aanwezigheid en wilden onze bevindingen niet aanhoren. “U moet bij de persvoorlichting zijn”, werd er herhaaldelijk gezegd. Nou, wij zijn geen pers, wij zijn bezorgde burgers. Alsof we tegen dovemansoren spraken. Mijn vriendin hield haar telefoon met de beelden voor hun neus, maar ze draaiden hun hoofden weg en zeiden het niet te willen zien. We bleven tevergeefs aandringen, waarop zij in de auto stapten en wegreden zonder ook maar één dier geïnspecteerd te hebben. Wat een blamage.
Het toeval wilde dat op dat moment een politieauto langsreed. Ik sprak de twee agenten aan en legde de situatie uit. Zij gaven aan het er net over te hebben gehad en vonden het eigenlijk ook wel erg heet voor transport. Ze namen ons dus serieus en gingen verhaal halen bij Vion. Dankbaar voor deze compassievolle reactie.
Inmiddels ligt er een klacht van mij bij de NVWA. Echt schandalig hoe zij ons behandelden en de dieren op dat moment in de steek lieten.
Ondanks alle afspraken, regels, wetgeving en andere mooie praatjes delven de dieren toch weer het onderspit. Nederlands dierenwelzijn: daarover wordt hoog van de toren geblazen, maar in de praktijk blijkt het vaak een luchtkasteel vol pracht en praal.
Bekijk hier de beelden
Choose compassion over cruelty ♥