Dierlijke mest: een excuus met een luchtje
“Maar zo leven niet alle dieren”, merkt de jongeman op wanneer hij tijdens de voorlichtingsactie op straat video’s uit de vee-industrie bekijkt. “Niet alle dieren zitten binnen opgesloten, jullie laten een vertekend beeld zien” gaat hij verder. Ik vertel hem dat we veelal standaardpraktijken laten zien en dat uiteindelijk alle dieren in het slachthuis belanden. Wat volgt is een vriendelijk doch moeizaam gesprek. Vanaf het begin is het duidelijk dat hij niet openstaat voor een vegan visie. Later zal blijken waarom.
Op mijn argument dat het niet nodig is om dierlijke producten te eten en de vraag waarom we dan nog steeds dieren doodmaken terwijl we ook plantaardig kunnen eten, komt hij met een veelgehoorde troef: “Maar zonder dierlijke mest kun je ook geen gewassen telen.”
Mijn reactie is dan altijd: “Komt mest van dode of van levende dieren?” Toen was het even stil. Je zag hem realiseren dat zijn argument kant noch wal raakte. Als je de mest van een dier wilt gebruiken voor de akkerbouw, moet je hem júist niet doodmaken, dat lijkt me toch geen hogere wiskunde? ?